Ieder paard is van nature een beetje scheef, de een wat meer dan de ander. Als je daar geen aandacht aan besteed, dan is “scheef gaan” een terugkomend probleem wat blessures kan veroorzaken. Een belangrijk aspect in je paard leren recht gaan is controle krijgen over de schouders van je paard. Dit is hoe het werkt.
Het start met herkennen van de scheefheid. Ieder paard kent een holle en bolle kant in zijn lichaam. Aan de holle kant is je paard minder ontwikkeld en neemt vaak moeilijker het bit aan. Je voelt dan verschil in teugeldruk. Het streven in paardrijden is zoveel mogelijk gelijke druk op beide teugels. Om dit te krijgen werk je in de training aan; reactie op je zithulpen, je eenzijdige kuithulp en de halve en hele ophouding van je hand in de teugel. Vervolgens ga je spelen met bijvoorbeeld de stelling en buiging zodat je controle krijgt over de schouders van je paard.
Oefeningen
- Slangenvoltes; je buigt beide kanten van je paard. Buig niet teveel en houd gelijke druk op beide teugels. In de wendingen let je op het sturen van de buitenschouder.
- Schijndiagonalen; je rijdt vanuit de hoek naar de A of C en oefent op het rechtrichten op je binnenbeen en buitenteugel.
In mijn dressuur lessen leer je de scheefheid van je paard herkennen. Soms is dit lastig te voelen en dan zetten we spelvormen in met balken en pionnen. Je oefent in controle krijgen over de schouders van je paard en voelen waar je wel samen in balans recht gaat.
Meer weten?