Je paard balkjes laten lopen is een goede afwisseling in training. Denk aan het sterker worden van de achterhand, het verbeteren van de takt en rijden in een gelijkmatig tempo. Als ruiter verbeter je je eigen balans (niet aan de teugels hangen of in het zadel ploffen) en het leren focussen op het sturen en recht rijden van lijnen.
Hoe begin je?
Heeft je paard nog nooit over balkjes gelopen, begin dan met één balkje op de grond. Zodra hij begrijpt wat hij moet doen kun je met meer balkjes werken. Leg deze achter elkaar op een rechte lijn en daarna op schuine en gebogen lijnen. Concentreer je op het rechtgericht houden van je paard en op het rijden in een gelijkmatig tempo.
Afstanden
Belangrijk is dat je de afstand tussen de balken aanpast aan stap, draf of galop. De afstand is afhankelijk van de paslengte van je paard. Er zijn gemiddelden (stap 70 cm, draf 1 meter en galop 3 meter tussen 2 balken), maar het is belangrijk om in het begin de afstand aan je paard aan te passen. Een ervaren instructeur kan je hierbij helpen.
Niet springen
Denk eraan dat je niet wilt springen over de balken, maar dat je paard er gewoon overheen kan stappen, draven en galopperen. Je rijdt en komt toevallig een balk tegen, je kijkt niet naar de balk maar voor je uit in de richting waarheen je rijdt.
Is je paard eenmaal gewend aan de balken, dan kun je verder trainen met de spelvormen van Equimental ‘Trainen door spel’.
Meer weten?