De rode draad in paardrijden? Harmonie en ontspanning. Een mooi streven, wat ook wel eens niet lukt (zie foto, voor het eerst op vreemd terrein). Spanning in het rijden ontstaat in situaties waarin je het zelf spannend vind, je paard iets spannend vindt, je nieuwe oefeningen aanleert, je niet lekker in je vel zit, te weinig tijd hebt, je hoofd nog vol is van de waan van de dag, je (prestatie) druk voelt bijv. in een proef enz. Vaak is het een mentale druk die je jezelf al dan niet aangewakkerd vanuit je omgeving oplegt. Je gaat minder vanuit je gevoel rijden en legt teveel druk op je fysieke ruiterhulpen, hierop krijg je een tegenreactie van je paard en kan dit naar spanning opbouwen. Toch is een bepaalde druk in paardrijden nodig.
Spanning versus druk: Druk geven hoort bij het trainen van je paard. Druk geef je met je teugel-, been- en gewichtshulpen. Je wijst je paard de weg. Als ruiter streef je ernaar met minimale subtiele druk te rijden. Je wilt dat je paard reageert op kleine aanwijzingen en in het werk tevreden is. Geef je echter teveel druk dan ontstaat spanning. Bij spanning kan je paard op een verkeerde manier gaan lopen: met een strakke, holle rug, een hoge vastgezette hals en hectische beweging, achter de teugel (ontwijken van druk) of zelfs gaan staken. Met minimale subtiele druk en zonder spanning loopt je paard veerkrachtig, met tact, regelmaat en losgelaten.
Het woordje druk heeft een negatieve lading, maar je kunt niet zonder. Een paard wijkt voor druk, de ruiterhulpen, en als jij vervolgens ontspant op het juiste moment, is dat de beloning aan je paard. Uit de spanning blijven, begint met een gezond paard wat fysiek en mentaal in staat is om het gevraagde werk uit te voeren. De achterbenen staan in directe verbinding via de rug naar het hoofd van het paard. Als je deze lijn in gedachten houdt en beseft dat de motor in de achterbenen zit, dan is het volgende bij het geven van ruiterhulpen logisch:
- Op druk van je been; een voorwaartse reactie van je paard in de richting die je vraagt
- Op druk van je ruitergewicht; van achter naar voren nageven. Een paard loopt van nature op de voorhand en door druk van het ruitergewicht nog meer. Je traint je paard om de achterhand meer gewicht van de voorhand over te nemen.
- Aanleuning, gelijke druk, aan twee teugels. Je paard zoekt zelf de aanleuning op, mits jij met een stille hand in balans je paard de kans geeft je hand te vinden
- Je paard loopt door zijn hele lichaam, recht; dit lukt je paard indien jij de scheefheden van je paard links/rechts kent en op minimale subtiele druk traint in rechtrichten.
Wil je meer inzicht in de oorzaak van spanning en leren rijden met minimale subtiele druk. Neem contact op voor een kennismakingsles. In aanvulling op instructie geeft mentale ruiterbegeleiding je inzicht in jezelf en waar spanning ontstaat, daardoor leer je je paard beter begeleiden.
Meer weten?